No categories have been created yet.
Ronald Veerman , 05 december, 2017
Hoeveel rendement u in 2018 op uw aandelenportefeuille gaat behalen weet u uiteraard nog niet, maar duidelijk is al wel dat vermogenden volgend jaar minder belasting gaat betalen. Dat is het gevolg van de wijzigingen die het nieuwe kabinet vanaf 1 januari doorvoert1 in de onder spaarders en beleggers beroemde – en regelmatig beruchte – vermogensrendementsheffing. Nadat reeds in 2017 afscheid werd genomen van het vaste forfaitaire tarief van 4%, wordt de heffing in Box 3 volgend jaar opnieuw aangepast en – vooral ook door de fors gedaalde rente - voor iedereen versoepeld. In dit artikel licht ik de nieuwe vermogensrendementsheffing nader toe en help u zelf een inschatting te kunnen maken hoe de regeling in 2018 voor u ten opzichte van een jaar eerder uitpakt. Daarbij is geen sprake van een fiscaal advies. Daarnaast is sprake van een momentopname aangezien de wetgeving rondom de fiscale behandeling van vermogen jaarlijks kan wijzigen en tarieven worden aangepast. Daarnaast spelen uiteraard ook persoonlijke omstandigheden een rol, waarbij een wijziging van uw vermogen ervoor kan zorgen dat ook de belastingheffing hoger of lager uitpakt.
Sinds de invoering van het huidige belastingstelsel in 2001 kent Nederland via ‘Box 3’ een belasting op inkomsten uit sparen en beleggen, de zogenaamde ‘vermogensrendementsheffing’. Belastingplichtigen met spaargeld en ander vermogen dat boven een vastgesteld heffingsvrij vermogen uitkwam werden tot 2017 geacht daar 4% (forfaitair) rendement over te behalen, dat tegen 30% – ofwel uiteindelijk 1,2% van het vermogen – belast werd. Door de in de afgelopen jaren snel gedaalde rente en toenemende protesten werd de regeling begin 2017 aangepast, waarbij meer rekening werd gehouden met de actuele rentestand. Vanaf 2017 bleef de grondslag en het tarief van 30% ongewijzigd, maar veranderde de berekening van de belasting die u jaarlijks over uw vermogen moet betalen. Daartoe werd afscheid genomen van het vaste fictief rendement van 4% en voortaan een rendement berekend op basis van historische rendementen en de omvang van het vermogen. Daarbij wordt sinds vorig jaar gebruik gemaakt van drie schijven, waarbij er vanuit wordt gegaan dat naarmate iemand meer vermogen bezit er over de jaren ook een hoger rendement/voordeel – via beleggen in plaats van via sparen - kan worden behaald. Dit voordeel wordt via twee afzonderlijke en jaarlijks aan te passen rendementspercentages berekend, waarbij geldt dat hoe hoger het vermogen hoe meer wordt uitgegaan dat u uw geld deels of zelfs geheel belegt. Of u persoonlijk procentueel juist meer of minder belegt maakt dus voor de heffing niet uit.
Voordat we uitleggen wat aan de regeling verandert eerst nog op een rij wat de fiscus tot uw vermogen rekent. Daartoe behoren onder meer: • Bank- en spaartegoeden • Aandelen en obligaties • Vorderingen • Tweede woning, bijvoorbeeld een vakantiewoning • Overige onroerende zaken, bijvoorbeeld een woning die u verhuurt • Het niet-vrijgestelde deel van kapitaalverzekeringen • Rechten op periodieke uitkeringen die niet in box 1 worden belast Bij de Belastingdienst is online een volledig overzicht beschikbaar. Onder het vermogen in Box3 vallen o.a. niet: • De waarde van de (eerste) eigen woning en de schuld van een bijbehorende hypotheek • Zogenaamde groene beleggingen (tot een bedrag van ruim 57.000 euro per persoon, plus een belastingaftrek van 0,7%) • Kunstvoorwerpen voor zover het geen beleggingen zijn.
De belasting op sparen en beleggen wordt in 2018 op twee belangrijke punten aangepast, waar zowel huishoudens met kleine als met grote vermogens van profiteren. Vooral Nederlanders met kleine vermogens net boven 25.000 euro zullen profiteren van de verhoging van het voor de heffing vrijgestelde bedrag van 25.000 tot 30.000 (voor partners gelden dubbele bedragen). Maar groter is het effect van het veel zwaardere gewicht dat de recent fors gedaalde rente bij de berekening van de forfaitaire tarieven krijgt. In 2017 was reeds overgestapt op een berekening op basis van het rentepercentage over de voorgaande vijf jaar. Het nieuwe kabinet kijkt voor de berekening slechts zo’n anderhalf jaar terug, waarmee de tot bijna nul gedaalde spaarrente veel sterker doorwerkt. Zo wordt in 2018 uitgegaan van een gemiddelde rendement van 0,3% op spaargeld, tegen nog liefst 1,63% een jaar eerder. Gezinnen met kleinere vermogens profiteren hier het sterkst van, maar ook miljonairs hebben hier – relatief weliswaar kleiner – een voordeel. Opgeteld zorgen beide maatregelen volgens onderstaande tabel van het ministerie van Financiën in 2018 voor een duidelijke daling van de belastingdruk op vermogen.
Bron: Ministerie van Financiën
67%
33%
2,87%
0,86%
2
Van € 75.000 tot en met € 975.000
21%
79%
4,60%
1,38%
3
Vanaf € 975.000
0%
100%
5,39%
1,62%
1
Tot en met € 70.800
2,02%
0,61%
Van € 70.800 tot en met € 978.000
4,33%
1,30%
Vanaf € 978.000
5,38%
1,61%
Bron: Belastingdienst
Het kabinet verwacht dat in 2018 ruim 2,84 miljoen Nederlanders belasting zullen moeten betalen in Box3. Dat zijn er als gevolg van de verhoging van de vrijstelling met 30.000 euro circa 360.000 minder dan dit jaar. Ruim 1,8 miljoen Nederlanders die in 2018 in box 3 worden aangeslagen bezitten tot 100.000 euro, bijna 1 miljoen tussen 100.000 en 1 miljoen euro en iets meer dan 40.000 meer dan 1 miljoen euro.
De volgende voorbeeldberekeningen geven aan hoeveel u in 2018 ten opzichte van 2017 aan belasting zou moeten betalen over een vermogen van 125.000 euro, 200.000 euro en 1.250.000 euro.
De eerste 30.000 euro is vrijgesteld van belasting (voor partners geldt twee keer een vrijstelling van 30.000 euro, maar de hoogte van de belasting hangt af van het deel van het vermogen dat iedere partner aangeeft).
Rekenvoorbeeld 1: vermogen van 125.000 euro
2017:
Schijf 1
75.000 x 33% x 5,39%
1334 euro
Schijf 2
25.000 x 21% x 1,63%
85 euro
25.000 x 79% x 5,39%
1065 euro
Totaal voordeel
3303 euro
Belasting 30%
991 euro
2018:
70.800 x 67% x 0,36%
171 euro
70.800 x 33% x 5,38%
1257euro
24.200 x 21% x 0,36%
18 euro
24.200 x 79% x 5,38%
1029 euro
2475 euro
743 euro
Rekenvoorbeeld 2: vermogen van 200.000 euro
2017
75.000 x 67% x 1,63%
819 euro
100.000 x 21% x 1,63%
342 euro
100.000 x 79% x 5,39%
4258 euro
6753 euro
2026 euro
2018
1257 euro
99.200 x 21% x 0,36%
75 euro
99.200 x 79% x 5,38%
4216 euro
5719 euro
1716 euro
Rekenvoorbeeld 3: vermogen van 1.250.000 euro
900.000 x 21% x 1,63%
3081 euro
900.000 x 79% x 5,39%
38323 euro
Schijf 3
250.000 x 5,39%
13475 euro
57032 euro
17110 euro
907.200 x 21% x 0,36%
686 euro
907.200 x 79% x 5,38%
38558 euro
242.000 x 5,38%
13020 euro
53692 euro
16108 euro
Uit bovenstaande voorbeelden blijkt dat kleinere en grotere vermogens profiteren van de nieuwe schijven en tarieven.
U kunt hier ook zelf berekenen hoeveel vermogensbelasting u in 2018 gaat betalen en wat het verschil is met dit jaar.
25.000 tot 100.000
100.000 tot 1.000.000 euro
Boven 1.000.000 euro
30.000 tot 100.800
100.800 tot 1.008.000 euro
Boven 1.003.000 euro
Voor partners moet de berekening twee keer worden gemaakt, met twee keer een vrijstelling en vervolgens op basis van de verdeling van het vermogen (die immers niet altijd 50-50 is) de totale belasting uitrekenen.
De eerstvolgende peildatum voor uw vermogen is 1 januari 2018. Bepaalde uitgaven of andere voor uw vermogen fiscaal gunstige maatregelen die u nog in december 2017 doet worden dus niet tot uw vermogen gerekend en verlagen de belastingheffing volgend jaar nog verder. Zoals bijvoorbeeld: • Fiscaal extra sparen voor pensioen (belastingaftrek plus vermogen vrijgesteld in box 3). • Groen beleggen (tot ruim 57.000 vrijgesteld in box 3 plus belastingaftrek van 0,7%). • Investeren in huis via aflossen hypotheek (waarde eigen woning valt buiten box 3). • Bepaalde uitgaven voor 1 januari doen (bijvoorbeeld vooruitbetalen ziektekostenverzekering of vakantie). • Schenken aan (klein)kinderen of anderen. • Giften Uw geld in 2018 beleggend, sparend of op een andere manier sterker laten renderen dan de tarieven in box 3 levert per saldo uiteraard ook vooruitgang op.
Nu de tarieven in Box 3 volgend jaar nog duidelijker de fors gedaalde spaarrente reflecteren zal het protest van de afgelopen jaren wellicht verder verstommen. De nieuwe systematiek betekent echter ook dat de tarieven weer zullen oplopen op het moment dat de rente weer gaat stijgen. Wel blijft het kabinet onderzoeken om vermogens in de toekomst (meer) te belasten op basis van daadwerkelijk behaalde rendementen, zo blijkt ook uit de volgende belofte in het recente regeerakkoord:
“In deze kabinetsperiode zal een stelsel van vermogensrendementsheffing op basis van werkelijk rendement worden uitgewerkt” (pag 35 regeerakkoord )
Vooralsnog betekenen de wijzigingen van volgend jaar goed nieuws voor Nederlanders met vermogen.
Schrik echter niet als u over een ruim jaar toch meer vermogensbelasting moet betalen. Want dan hebt u wellicht veel extra kunnen sparen of goed gescoord op de beurs…
[1] https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2017/11/03/bijlage-1-nota-van-wijziging-belastingplan-2018
Beleggen doet u bij BinckBank. Of u het graag zelf doet of wilt laten doen, bij BinckBank bent u aan het juiste adres.
Zoals u kan zien maken we u graag wijzer met nieuws, inspiratie en kansen. Wilt u weten wat BinckBank u nog meer te bieden heeft?